ONDERZOEKSLIJNEN

Op deze onderdelen doen we onderzoek

Het menselijk lichaam met alle onderdelen van het onderzoek: hersenen, ogen, oren, schildklier, longen, hart en bloedvaten, nieren, lever, huid, gewrichten en botten, genetica, angst depressie en slaap, voeding en leefstijl.

Het ERGO-onderzoek is een breed wetenschappelijk onderzoek bestaande uit 14 onderzoekslijnen. Elke onderzoekslijn focust zich op een andere lichaamsfunctie en onderzoekt de rol van die functie in relatie tot het verouderen van het lichaam. Binnen ERGO heeft elke onderzoekslijn een eigen onderzoeksleider. 

Hart- en vaten

Cardiometabole Epidemiologie

Hart- en vaatziekten vormen een belangrijke bedreiging voor de gezondheid. Binnen ERGO worden de risicofactoren voor hart- en vaatziekten uitgebreid onderzocht. Dit doen we met behulp van genetische informatie, bepaalde bloedwaarden (biomarkers), echografie en door middel van CT- en MRI-scans. In dit onderzoek brengen we de oorzaken en het beloop van hart- en vaatziekten in kaart. Ook richten we ons op de verschillen tussen vrouwen en mannen bij hart- en vaatziekten. Deze onderzoekslijn leidt tot een gepersonaliseerde preventie en een nauwkeurige voorspelling van hart- en vaatziekten bij zowel vrouwen als mannen.

Hersenen

Neurologische Epidemiologie

Dementie is een veelvoorkomende ziekte en veroorzaakt veel ongemak en verdriet. Het is een verzamelnaam van meerdere vormen van geheugenproblemen en beperkingen van het verstandelijk vermogen. Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. ERGO onderzoekt welke oorzaken een rol spelen bij het ontstaan van deze ziekte. We maken MRI-scans van de hersenen om vroegtijdig veranderingen in de hersenen te signaleren en de verschillende vormen van dementie te onderscheiden. Het bewegingsonderzoek meet vervolgens hoe goed de hersenen van deelnemers functioneren. 

Voeding en Leefstijl

In de onderzoekslijn voeding en leefstijl onderzoeken we tot in detail hoe de leefstijl is van de ERGO deelnemers, hoe zich dat verhoudt tot hun gezondheid op lange termijn en welke mechanismen daarin een rol kunnen spelen. Om leefstijl in kaart te brengen maken we gebruik van verschillende meetmethodes, waaronder vragenlijsten, maar ook biomarkers in het bloed, scans voor het bepalen van lichaamsvet, en horloges om dagelijkse beweging en slaap te meten. Omdat voeding, leefstijl en overgewicht een belangrijke rol spelen in het ontstaan en beloop van veel verschillende chronische ziekten, werken we daarin veel samen met andere onderzoeksgroepen binnen ERGO.

Lever

Hepatologie

Binnen de onderzoekslijn leverziekten wordt vooral gekeken naar de mate van bindweefselvorming en vetophoping in de lever, door middel van een echografie van de lever en een fibroscan. Bovendien kijken we ook naar andere organen, zoals de nieren en de aorta. Een belangrijk doel van het onderzoek is het bestuderen van genetische en levensstijl-factoren bij het ontwikkelen van dergelijke leveraandoeningen. Als we kunnen achterhalen welke factoren hieraan ten grondslag liggen, kunnen we misschien in de toekomst de kans op bepaalde leverziekten voorkomen.

Onderzoeksleider

Keel- Neus- en Oorheelkunde

Vrijwel iedereen krijgt te maken met enige mate van slechthorendheid, wat een grote invloed heeft op welzijn en functioneren. We onderzoeken hoe vaak slechthorendheid voorkomt en welke medische, genetische en omgevingsfactoren invloed hebben op het ontstaan van slechthorendheid op oudere leeftijd. Ook onderzoeken we hoe vaak hoortoestellen worden gedragen en of dit de kwaliteit van leven verbetert. Naast gehoormetingen zijn de MRI-scan van het brein en genetische data belangrijke informatiebronnen voor dit onderzoek. 

Ogen

Oogheelkundige Epidemiologie

Veel mensen krijgen op oudere leeftijd last van een slechter gezichtsvermogen. ERGO richt zich op de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid en blindheid, namelijk macula-degeneratie en glaucoom en op mogelijk de belangrijkste oorzaak van slechtziendheid in de toekomst; bijziendheid, ook wel myopie genoemd. Tevens onderzoeken wij de oorzaken van keratoconus, een hoornvliesafwijking.  Het onderzoek bestaat onder andere uit het maken van verschillende foto’s van de binnen-en buitenkant van het oog, het meten van de oogdruk en het beoordelen van het gezichtsvermogen. Binnen ERGO onderzoeken we de mogelijke oorzaken van deze ziekten en het verloop van de oogziekten om betere behandelingen te ontwikkelen.

Longen

Respiratoire Epidemiologie

Hoest en kortademigheid zijn frequente voorkomende klachten van de luchtwegen, die toenemen met de leeftijd en bij verschillende aandoeningen kunnen voorkomen. Chronische hoest is storend voor patiënt en omgeving, en kan een belangrijke invloed hebben op het sociaal welbevinden van de persoon. Aan de hand van de longfunctie kunnen we chronische aandoeningen van de luchtwegen opsporen, zoals astma en COPD (chronisch obstructief longlijden). Astma kan op alle leeftijden voorkomen, doch de onderliggende mechanismen verschillen tussen astma bij kinderen (vaak ten gevolge van allergie) en astma dat op latere leeftijd ontstaat (bijvoorbeeld ten gevolge van luchtverontreiniging). Bij COPD is er een chronische vernauwing van de luchtwegen, en soms ook een verlies van longblaasjes (emfyseem genaamd). COPD komt dikwijls samen met andere aandoeningen zoals hart- en vaatziekten voor. Daarom onderzoeken we de longfunctie en aandoeningen van de luchtwegen in nauwe samenwerking met de andere onderzoekslijnen in ERGO.

Mentale Gezondheid

Psychiatrische Epidemiologie

Psychische klachten zoals depressiviteit, angst en slaapproblemen zijn veel voorkomend. ERGO onderzoekt daarom het voorkomen van deze psychische klachten, maar ook andere klachten zoals bijvoorbeeld complexe rouwverwerking, stress en verslavingsgevoeligheid. We kijken naar de relatie tussen deze psychische klachten en lichamelijke ziekten, bijvoorbeeld de mogelijke rol van slaapproblemen in verschillende lichamelijke ziekten, maar ook het samengaan van een depressieve stemming met cardiovasculaire problematiek. Daarnaast is er ook sprake van een wederzijdse beïnvloeding, lichamelijke klachten kunnen psychische klachten veroorzaken maar omgekeerd kunnen ook psychische klachten leiden tot lichamelijke gezondheidsproblemen.

Onderzoeksleider

Beeldvorming

Population Imaging

Population Imaging gaat over het gebruik van radiologische beeldvorming in populatiestudies. Wij richten ons op het gebruik van informatie uit beelden, zoals CT-scans of MRI-scans, die ons inzicht geven in normale processen, in het ontstaan van ziektes, of in het voorspellen van wie meer kans heeft op ziekte. Binnen ERGO maken we MRI- en PET-scans van de hersenen, en MRI- en CT-scans van de halsslagaders van onze deelnemers. We verzamelen zoveel mogelijk kwantitatieve informatie uit deze radiologische beelden, om zo een nog beter beeld te krijgen van het ontstaan van ziekte.

Huid

Dermatologie

Bijna iedereen heeft wel eens last gehad van de huid, of maakt zich zorgen over huidvlekjes. Tijdens het ERGO-onderzoek wordt de hele huid nagekeken. Er zijn veel verschillende huidziekten, maar de nadruk bij het onderzoek ligt op psoriasis, eczeem en huidkanker. Door het huidonderzoek en genetisch onderzoek krijgen wij meer inzicht in de oorzaken en factoren die een rol spelen bij het ontstaan van deze aandoeningen en komen we meer te weten over de relaties met andere ziekten, zoals diabetes of hart- en vaatziekten. 

Onderzoeksleider

Medicijnen

Farmaco Epidemiologie

Geneesmiddelen zijn een belangrijke therapeutische optie in de gezondheidszorg. Door de grote hoeveelheid gegevens die binnen het ERGO-onderzoek wordt verzameld kunnen we onderzoek doen naar alle aspecten van geneesmiddelgebruik, bijv. effectiviteit en bijwerkingen. En hebben wij de unieke mogelijkheid om te bestuderen hoe medicatie in de praktijk wordt gebruikt.
Farmaco-epidemiologie is een van de belangrijkste wegen naar een optimaal op de patiënt afgestemde geneeskunde, de precisiegeneeskunde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hormonen, nieren en infecties

Interne Geneeskunde

De Interne Geneeskunde richt zich op het voorkomen, onderzoeken en behandelen van ziekten van inwendige organen, (bijv. de nieren) gewrichten, hormoonziekten, en infecties. ERGO onderzoekt de belangrijkste risicofactoren voor deze ziekten en kijkt hoe deze ziekten het beste voorkomen kunnen worden. Ook onderzoeken we samen met de andere onderzoekslijnen hoe stoornissen in de hormoonhuishouding of het immuunsysteem bijdragen aan het ontstaan van andere aandoeningen als hart- en vaatziekten en dementie.

Onderzoeksleider

Gewrichten en botten

Bewegingsapparaat

Al vanaf het prille begin van het ERGO-onderzoek worden de botten en de gewrichten van de deelnemers bestudeerd. Samen met de spieren vormen die het bewegingsapparaat.  De grote volksziekten van het bewegingsapparaat zijn met name osteoporose (botontkalking en osteoarthrose (gewrichtsslijtage). Deze ziekten kunnen gepaard gaan met botbreuken en pijn die voor de patiënten zeer belastend kunnen zijn en wereldwijd een groot volksgezondheidsprobleem zijn. Zij worden bestudeerd met onder andere röntgenfoto's en Dexa-scans.

Genetica en genomics

Bloed, DNA en urine

Veel van de ziekten die in ERGO bestudeerd worden vinden hun oorsprong in het DNA van de mensen en zijn dus erfelijk bepaald. Mede door gegevens uit het ERGO-onderzoek is gebleken dat dat niet één erfelijke factor is per ziekte, maar velen, vaak wel vele honderden. Via ingewikkelde moleculaire processen in de cellen leiden deze erfelijke factoren uiteindelijk tot een ziekte. Het geheel van onderzoek naar deze factoren en processen wordt ook wel Genomics genoemd en begint vaak met een buisje bloed van de deelnemers. DNA-technieken worden ook toegepast in het microbioom-onderzoek. In dit onderzoek bestudeert ERGO hoe de bacteriën oorzaak en beloop van verschillende ouderdomsziekten beïnvloeden. Dat begint voor de deelnemers vaak met het afstaan van wat ontlasting, maar kan bijvoorbeeld ook via een watje op de huid worden onderzocht. ERGO onderzoekt welke genen een verhoogd risico geven op een bepaalde ziekten. Op die manier kunnen we inschatten hoe groot de kans is dat iemand een ziekte krijgt. Dit biedt mogelijkheden om eerder in te grijpen en nieuwe medicatie te ontwikkelen.

Onderzoeksleider